Steeds meer melkveehouders kiezen voor een natuurinclusieve bedrijfsvoering om invulling te geven aan kringlooplandbouw: een grondgebonden bedrijf met een zo gesloten mogelijke bedrijfsvoering en de focus op een gezonde bodem. Vaak gaat dit gepaard met een extensivering van het bedrijf. Extensivering betekent minder melk per hectare of koe. Dit resulteert vaak in een lagere opbrengst, maar ook lagere kosten voor inputs en mogelijkheden voor subsidies, zoals vanuit de eco-regeling. Hoe vertaalt zich dat in het saldo van deze natuurinclusieve bedrijven?
Methode en werkwijze
In 2021 ontwikkelde De Natuurverdubbelaars samen met Wij.land en Living Lab en Alan Accountants en Adviseurs een nieuwe methodologie die meer inzicht geeft in het verdienvermogen van natuurinclusief boeren. Deze methode werd toegepast op een eerste groep van 13 natuurinclusieve melkveehouders. De resultaten van deze bedrijven lieten zien dat er met natuurinclusief boeren een goed inkomen verdiend kan worden en dat dit op veel verschillende manieren kan. De resultaten uit dat onderzoek en de methode lees je hier.
Door de te kleine groep melkveehouders en een te korte periode konden nog geen bredere conclusies worden getrokken over het economisch perspectief van natuurinclusieve melkveehouderij. Hoe zit het met melkveehouders die nog aan het begin van een transitie staan? En van intensievere bedrijven en bedrijven op andere grondsoorten? Daarom hebben we in 2023 het aantal studiegroepen uitgebreid en nemen er nu 45 melkveehouders deel uit niet alleen het westelijk veengebied en Friesland, maar ook uit Gelderland en Noord-Brabant. In de studiegroepen leren boeren van elkaar en worden ze waar nodig ondersteund door experts om hun bedrijfsvoering en economische prestaties te verbeteren. Tegelijkertijd brengen we de kansen en uitdagingen van de transitie in kaart. Dit is essentiële kennis voor boeren om een toekomstplan te creëren en voor beleidsmakers om beter toegesneden instrumenten en regelgeving te ontwikkelen voor verschillende bedrijfstypen en grondsoorten.
Bedrijfseconomische analyse
De bedrijfseconomische analyse naar deze verschillende groepen biedt inzicht in de diverse uitdagingen en kansen voor een goed verdienmodel in de natuurinclusieve melkveehouderij. Op basis van deze nulmeting hebben we de belangrijkste kansen en uitdagingen met betrekking tot het verdienvermogen van natuurinclusieve melkveehouderij in kaart gebracht:
Extensieve melkveebedrijven hanteren uiteenlopende verdienmodellen, wat vraagt om zorgvuldige keuzes en ondernemerschap. Hoewel het zeker mogelijk is om als extensief bedrijf een goed resultaat te behalen, is het ook uitdagend. Toegang tot land blijft cruciaal, en de afhankelijkheid van pachtgrond brengt onzekerheid met zich mee. De toenemende concurrentie om land en hogere grondlasten vergemakkelijken deze situatie niet. De extensieve bedrijven realiseren kostenbesparingen door hun voerstrategie, bijvoorbeeld door minder krachtvoer te voeren en veel te weiden. Ook besparen ze kosten door vermindert kunstmest gebruik en lagere kosten voor loonwerk. Daarnaast ontvangen de meeste extensieve bedrijven voor hun lagere melkproductie een hoge melkprijs doordat ze biologisch produceren of het product op andere manieren certificeren. Niet-toegerekende kosten voor bijvoorbeeld arbeid, machines en grond blijven echter een uitdaging, vooral voor bedrijven die willen extensiveren. Neventakken bieden daarentegen een kans om maatschappelijke waarde te verzilveren.
Webinar en rapport
Om deze resultaten van de analyse te communiceren organiseerden we in samenwerking met Wij.land een webinar, waarin we de belangrijkste resultaten deelden en samen in gesprek gingen over de relevantie van dit onderzoek voor de natuurinclusieve melkveehouderij. Met meer dan 400 online bezoekers kijken we terug op een geslaagd webinar.
In de rapportage is in meer detail uiteengezet welke resultaten nu al te observeren zijn omtrent het verdienvermogen van natuurinclusieve melkveehouderij. Aanvullend op het onderzoek ‘Onder de Streep 2023’ voerden we daarnaast een verdiepende analyse uit naar het verschil tussen biologisch en niet-biologisch gecertificeerde deelnemende bedrijven.
Naast dit rapport is ook een methodologische memo ontwikkeld met een verdere toelichting van de gebruikte methodologie aan de hand waarvan men zelf met de methode aan de slag kan.